Tobit & Co (2007)

Artikelindex


Vorige week in Tobit & Co: De oude Tobit, die blind is geworden, heeft zijn zoon Tobias op reis gestuurd om geld te gaan ophalen in Medië. Hij heeft hem de gids Azarias meegestuurd, die in werkelijkheid de engel Rafaël is. Wat hij niet weet, is dat Tobias ondertussen getrouwd is met Sara, een verwante.

Toen zij Nineve naderden, zei Rafaël tegen Tobias: ‘Je weet in welke toestand je vader zich bevond toen wij vertrokken. Laten wij vooruit reizen en thuis alles in orde maken voordat je vrouw aankomt. Zorg dat je de gal van de vis bij de hand hebt.’ Ze reisden dus door, gevolgd door de hond.

Intussen zat Anna, de moeder van Tobias, langs de weg uit te kijken naar haar kind. Op een gegeven ogenblik zag zij hem aankomen en ze meldde zijn vader: ‘Daar komt je zoon aan en ook de man die met hem meegegaan is.’

Rafaël zei tegen Tobias: ‘Ik ben er zeker van dat je vader zijn zicht weer terugkrijgt. Strijk de gal op zijn ogen. Zodra ze gaan steken, moet hij in zijn ogen wrijven tot de witte vlekken verdwenen zijn en dan zal hij jou zien.’

Anna was inmiddels toegesneld; ze viel haar zoon om de hals en riep uit: ‘Ik zie je, mijn kind! Nu kan ik sterven.’ En beiden weenden.

Tobit ging naar de deur en viel. Zijn zoon liep naar hem toe, ving zijn vader op, streek de gal op zijn ogen en zei: ‘Moed houden, vader.’ Zodra zijn ogen begonnen te steken wreef Tobit ze uit en als vliesjes vielen de witte vlekken uit de ooghoeken. En zodra hij zijn zoon zag, viel hij hem om de hals en zei wenend: ‘U bent gezegend, God, en gezegend is uw heilige naam tot in eeuwigheid en gezegend zijn al uw heilige engelen. U hebt me beproefd, maar U schenkt me weer genade, nu ik mijn zoon Tobias zie.’ Opgetogen ging zijn zoon naar binnen en hij vertelde zijn vader van al het wonderbaarlijke dat hem in Medië was overkomen. Daarop ging Tobit jubelend en God prijzend naar buiten, naar de poort van Nineve, om de bruid van zijn zoon te begroeten. Iedereen die hem zag lopen verbaasde zich erover dat hij kon zien. En Tobit verklaarde dat hij dat dankte aan Gods genade.

Toen Tobit bij zijn schoondochter Sara gekomen was, begroette hij haar en zei: ‘Wees welkom, dochter. Gezegend is God, die jou naar ons toe heeft gebracht en gezegend zijn je vader en moeder.’

En al de volksgenoten van Tobit in Nineve deelden in de vreugde en zeven dagen lang vierde men in blijdschap het huwelijk van Tobias.

Volgende week in Tobit & Co: De ontknoping: wie was die goede gids? Leeft iedereen nog lang en gelukkig, zoals in een echt sprookje?